DE THKP-C, DEVRIMCI SOL EN DE DHKP-C

30 Maart 1998 was de vierde verjaardag van de oprichting van het Revolutionair Volksbevrijdingspartij-front. Het was tevens de 26ste jaardag van het verzet in Kizildere wat wij beschouwen als het manifest van de revolutie in Turkije. Om het karakter en de strategie van onze partij en ons front beter te kunnen begrijpen zullen we een serie maken over de geschiedenis van de afgelopen drie decennia in Turkije, vanaf het verschijnen van de THKP-C tot het heden, de ontwikkeling van de DHKP-C belichtend.

Hoewel er verschillende organisaties en partijen waren, legaal en illegaal, bestonden die zichzelf socialistisch of communistisch noemden, ontstond de eerste beweging die waarlijk revolutionair genoemd kan worden pas in de jaren `60. In die jaren was er de Arbeiderspartij van Turkije (TIP), een partij die er nooit in slaagde om haar leden ideologisch te verenigen maar die wel een politieke strategie ontwikkelde die gebaseerd was op drie fases. Allereerst zouden de arbeiders en boeren via verkiezingen aan de macht komen.

Vervolgens zouden de banden met het imperialisme worden verbroken en de pre-kapitalistische elementen zouden worden uitgeschakeld Tenslotte zou het socialisme worden opgebouwd. Bij de verkiezingen van 1965 behaalde de TIP 15 zetels in het parlement. Daarnaast bestond er een nationalistische beweging met een kleinburgerlijk karakter, de Richting (Yon) genaamd. Deze beweging dacht over het socialisme slechts in termen van politieke onafhankelijkheid, sociale rechtvaardigheid en nationale economie.

Principes als dictatuur van het proletariaat, proletarische revolutie en een klassenloze maatschappij werden verworpen. Erger nog, deze beweging bezat een putschistische conceptie van de revolutie, de sociale transformatie baserend op een alliantie tussen het leger en delen van de intelligentsia. Verder bestonden er nog een aantal partijen zoals de Socialistische Partij van Turkije (TSP), de Socialistische Partij van Arbeiders en Boeren van Turkije (TSEKP) en de Socialistische Arbeiderspartij, een afsplitsing van de Communistische Partij. Zonder uitzondering werden deze partijen gekenmerkt door een traditie van opportunisme, reformisme en Kemalisme1 en vertegenwoordigden zij een kleinburgerlijke nationalistische stroming. Hoe dan ook, het was de TIP, en vooral haar jongerenvleugel, waar men het zaad van de revolutie kon aantreffen. In 1964-1965 werden aan de universiteiten discussieclubs, genaamd FK, opgericht. Op 17 december 1965 fuseerden deze verenigingen tot een federatie, de FKF. Mahir Cayan, de latere oprichter van het Volksbevrijdingsfront-partij van Turkije (THKP-C) , studeerde destijds aan de faculteit Politicologie. Op 23 december werd hij gekozen als vice- voorzitter en 21 dagen later werd hij voorzitter na het aftreden van Arslan Onat. De meerderheid van de oprichtende kaders en leiders van de latere THKP -C waren afkomstig uit de FKF. De TIP, met een zekere invloed binnen de FKF, verloor na 1968 aan kracht omdat zij niet in staat bleek de jongeren aan zich te binden. Na een intens ideologisch debat tegen rechtse stromingen werd de FKF op 9 october 1969 omgedoopt tot federatie van verenigingen van de Revolutionaire Jeugd (DEV-GENC).

In die periode gaven de tegenstanders van DEV-GENC, geleid door Dogu Perincek een blad uit met de naam Proletarische Revolutionaire Duidelijkheid (PDA). D. Perincek is tegenwoordig voorzitter van de Arbeiderspartij (IP) – niet verbonden met de TIP die niet langer bestaat -, een partij die collaboreert met het Turkse leger en die lastercampagnes lanceert tegen de revolutionaire beweging. Het was in die periode dat Mahir Cayan wees op de noodzaak om een partij op te richten. In 1970, tijdens het congres van DEV-GENC, hield Mahir Cayan een 6 uur lang durende toespraak waarin hij de weg van de revolutie in Turkije duidelijk neerlegde. “De twee elementen die voor de revolutie zullen zorgen zijn aan de ene kant de professionele revolutionairen en aan de andere kant de massa’s van arbeiders en boeren. Consoliderende banden met de massa’s zullen het klassekarakter van de organisatie versterken.

(…)

We benodigen een strijdende Marxistisch-Leninistische partij die DEV-GENC overstijgt. Alleen een partij kan een strijdende rol op zich nemen die zal uitmonden in de revolutie.” In zijn toespraak verklaarde hij dat de revolutie zich naar de steden zou uitbreiden vanuit het platteland waar het imperialisme het minst voet had gevat

De oprichting van de THKP-C

De THKP-C werd opgericht in de winter van 1970. Het voorlopig Algemeen Comite bestond uit 11 kaders. Elk lid van dit comite had de taak om leden te recruteren en daarom werden zij naar alle uithoeken van het land gestuurd. De partij vatte voet onder de industriearbeiders in het westen van het land, onder de mijnwerkers van Eregli, op het platteland, in de stedelijke gebieden van de Zwarte Zee, in Koerdistan, Centraal Anatolie, onder de jongeren, en binnen het leger Het Centraal Comite, bestaande uit Mahir Cayan, Munir Aktogla en Yusuf Kupeli, was verantwoordelijk voor de algemene lijn en de publicatie daarvan via de Kurtulus (Bevrijding), het centraal orgaan van de partij dat werd verspreid onder de massa’s.

De taak om stedelijke guerrilla-eenheden op te zetten werd opgedragen aan Ulas Bardakci. De eerste akties van de guerrilla’s bestonden uit proletarische onteigeningen en aanvallen op Amerikaanse belangen. De eerste bestraffingsactie was gericht tegen de Israelische consul, Ephraim Elrom, die allereerst gegijzeld werd om de vrijlating van revolutionaire gevangenen af te dwingen. Toen het ultimatum verstreek werd hij geexecuteerd . De Ononderbroken Revolutie In die periode voerde het leger een staatsgreep uit die uitmondde in een ware mensenjacht. In de wijk Kartal/Maltepe (Istanboel) werden Mahir Cayan en Huseyin Cevahir omsingeld door de politie, tanks, de 2de Pantserbrigade en leden van de inlichtingendienst (MIT). De allerhoogste legerofficieren werden naar het gebied gestuurd. In het daaropvolgende gevecht werd Huseyin Cevahir gedood. Mahir Cayan raakte zwaargewond en werd gearresteerd. Het proces tegen de leden van de THKP-C begon op 16 augustus 1971.

Maar Mahir Cayan en zijn kameraden transformeerden de militaire rechtbank tot een waar gevechtstoneel . Op 1 december organiseerde de THKP-C een ontsnapping, samen met de THKO, het Volksbevrijdingsleger van Turkije. In diezelfde periode capituleerden sommige leidinggevende kaders die nog op vrije voeten waren. Zij konden niet langer tegen de druk waaraan ze zich voelden blootgesteld en zij probeerden de partij te liquideren. Om enige legitimiteit aan hun plannen te verlenen namen ze de ideologie van de THKP-C onder schot, bewerend dat het voortaan geboden was om de activiteit te beperken tot agitatie binnen de arbeidersklasse.

Mahir Cayan schreef daarop “De Ononderbroken Revolutie” waarin hij dit rechtse opportunistische verraad hekelde. In het eerste hoofdstuk behandelde hij de revolutionaire theorieen van Marx, Engels en Lenin. Het tweede deel bestond uit een analyse van Lenin’s boek De Twee Taktieken van de Sociaal-Democratie, en in het derde deel bestreek hij de derde crisis van het imperialisme. Na interne discussies, gevoerd onder de moeilijke omstandigheden van vervolging werd een pamflet uitgegeven waarin de politiek-militaire strategie van de THKP-C werd toegelicht Deze strategie werd de PASS (Strategie van de Gepolitiseerde Oorlog) genoemd. Deze discussies werden samengevat in het tweede en derde deel van De Ononderbroken Revolutie. Als een ware gids voor aktie is dit werk tevens een analyse van de oligarchische dictatuur, de economische, sociale en historische structuur van Turkije met zijn specifieke aspecten. Het vormt verder een balans van de ervaringen van het Partij-Front. De dood van Ulas Bardakci In het begin van 1972 namen de operaties van de staat in aantal toe.

Op 19 februari werd Ulas Bardakci gedood tijdens een gevecht, het verzet van Armavutkoy. In een poging om de THKP-C uit te schakelen nam de junta van 12 maart2, uitdrukking van de oligarchie, gedomineerd door de monopolie- bourgeoisie, de toevlucht tot het Kemalisme om de kleinburgerij aan haar kant te krijgen. Dit werd bekend onder de naam “Operatie Club”. Op dat moment schreef Mahir Cayan een artikel, “12 Maart, veranderingen in de klasseverhoudingen en balans” waarin hij verklaarde: “Het is in deze context dat de coup van 12 maart plaatsvond. Het relatieve gelijkgewicht dat bestond sinds 1923 (in het begin ten faveure van het revolutionaire front, en vanaf 1946 tot haar nadeel) is aan het wankelen geraakt. De oligarchie heeft alle posities binnen de staat veroverd en alle linkse krachten middels een beleid van terreur en repressie verward.

Links, voor 12 maart verdeeld in zeven of acht groepen is tegenwoordig gesplitst in twee kampen, aan de ene kant het revolutionaire front, en aan de andere kant het pacifistische front, een uitwas van pro-oligarchie links

(…)

Dit is een volstrekt natuurlijk fenomeen. Elke coup verleent kracht aan pacifistische en rechtse stromingen (de nederlaag van 1905 stelde de Menshevieken in staat, althans voorlopig, om aan kracht te winnen). Dit proces binnen links heeft ook onze partij geraakt en een kleine kliek die denkt dat de strategische en ideologische visies van onze partij die van de Narodniki en de anarchisten zou moeten zijn, is tot een uitwas geworden binnen onze rijen van dit pacifistische front.” Desondanks, en zonder ooit afstand te doen van haar verantwoordelijkheid en trouw aan de bevrijding van de volkeren in Turkije, herbevestigde het Partij-Front haar vastberadenheid om de gewapende strijd voor te zetten: “Hoe extreem het geweld en de terreur van de oligarchie ook mogen worden, onze partij zal de guerrilla-oorlog voortzetten. De weg van onze partij is de weg van de revolutie. Onze oorlog zal worden hervat waar we zij zijn gebleven na de zware slag van Mei3. De kwaliteit van een organisatie blijkt niet uit haar programma dat ze voorlegt aan de massa’s, noch uit haar vleierijen, dat blijkt uit haar revolutionaire akties…”

In de gevangenis, en na zijn ontsnapping, was Mahir vooral bezig met de doodstraffen die opgelegd waren aan Deniz Gezmis, Huseyin Inan en Yusuf Aslan, drie leidinggevende kaders van het Volksbevrijdingsleger van Turkije (THKO). De doodstraffen stonden op het punt om te worden geratificeerd door de Nationale Assemblee. Voor Mahir “is het het prestige van de revolutie dat op het spel staat”.

De THKP-C en de THKO, dat niet langer beschikte over een effectieve basis om vanuit te kunnen opereren, besloten tot een plan van actie. Tegelijkertijd had de THKP-C verliezen moeten lijden in Istanboel en Ankara. Daarom werd het besluit genomen om een aktie te organiseren in het Zwarte Zeegebied waar de partij nog de minste verliezen had geleden. Al spoedig wees een boodschap uit die regio op de mogelijkheid om een aktie te ondernemen tegen een NAVO-basis in Unye.

Op 17 maart gingen Mahir Cayan en zijn kameraden, evenals twee kaders van het THKO, Cihan Alptekin en Omer Ayna, die hadden deelgenomen aan de ontsnappingsaktie naast de militanten van de THKP-C, op weg naar de Zwarte Zee in een vrachtwagen, geladen met macaroni. Eenmaal ter plekke verzamelden ze geduldig de informatie die nodig was om hun aktie te laten slagen waarna de guerrilla’s tot aktie overgingen. Op 26 maart namen ze drie Britse agenten als gijzelaars waarna ze naar de hoogten van Niksar trokken in de provincie Tokat. De autoriteiten probeerden hen op het spoor te komen en vonden een brief, gedateerd op 25 maart en gericht aan de staatspresident, het parlement en de regering.

“Wanneer er in het Turkije van 1972 de wens leeft om met een strik het leven te nemen van ook maar een enkele patriot, een enkele voorhoedestrijder, dan zullen deze Engelse agenten ten onder gaan als gevolg van onze kogels, dat wil zeggen de kogels van de revolutionaire voorhoede van het volk. In ruil voor de levens van deze Britse agenten die een missie uitvoerden in de basis van de Anglo- Amerikaanse imperialistische militaire organisatie, de NAVO, de aartsvijand van de volkeren in de wereld, zijn dit onze zeer duidelijke eisen: 1. Een onmiddellijk eind aan de executies. 2. Geen enkele patriot of revolutionair zal worden opgehangen. 3. De komende 48 uur zullen berichten via de Turkse radio worden verspreid waarin het stoppen van de executies bekend wordt gemaakt. Wanneer niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, dan zullen de Britse agenten ter dood worden gebracht Dit is een waarschuwing aan het adres van de tirannie, het verraad, de barbarij en de bloeddorstigheid van de oligarchie. Wanneer de executies doorgaan, weet dat onze revolutionaire represailles niet zullen ophouden bij het elimineren van deze Engelse agenten. Dit is slechts het begin en een eerste waarschuwing…” “We zijn hier niet gekomen om weer terug te keren, we zijn hier gekomen om te sterven .”

Op 27 maart, `s ochtends, bereikten de guerrilla’s het dorp Kizildere. Ze gingen direct naar het huis van de burgemeester. Daar hield men de gijzelaars. Op 30 maart, in de kleine uurtjes, benaderden gendarmes het huis . De guerrilla’s die op wacht stonden deden hun best om de familie van de burgemeester te beschermen tegen een eventuele aanval. Commando’s van het leger betrokken positie rondom het huis. Om zes uur `s ochtends kwamen de eerste oproepen tot overgave. “We zijn hier niet gekomen om weer terug te keren, we zijn hier gekomen om te sterven.” Mahir Cayan reageerde met deze woorden, gegraveerd in de geschiedenis. De eerste martelaar die viel was Mahir Cayan zelf. Omdat de eisen niet werden ingewilligd werden de agenten geexecuteerd. Nadat de slag teneinde was waren acht THKP-C guerrilla’s en twee THKO militanten tot martelaar geworden. De leiding van de THKP-C was fysiek vernietigd, maar de weg van de revolutie in Turkije was nog maar net ingeslagen. In Kizildere…”

Hoewel de leidende kaders van de THKP-C waren verdwenen, vertegenwoordigde deze periode een tijdperk van hoop. De sympathie en het potentieel, gecreeerd door de strijd, kon niet worden uitgevaagd door de capitulators, noch door de bourgeois sociologen van die periode. Om dit potentieel te integreren binnen het systeem voerde de oligarchie Ecevit ten tonele. Ecevit, afgeschilderd als de hoop op verandering, slaagde erin om verschillende reformistische en revisionistische groepen op sleeptouw te nemen. De deserteurs, de lafaards, de dromers in hun ivoren torens en de carrierezoekers maakten gebruik van het potentieel dat gecreeerd werd door de THKP-C voor hun eigen politieke carriere. Maar in 1973 formeerde een nieuwe generatie van linkse militanten een heterogene groep, trouw aan de THKP-C, die zich opmaakte om de ervaringen van de THKP-C te evalueren. Vanwege de verschillende uitkomsten van deze evaluatie zien we ook tegenwoordig nog steeds verschillende richtingen en concepten, stammend uit die periode.

De evaluatie van de nederlaag in Kizildere

Er waren drie verschillende evaluaties:

Allereerst waren er degenen die meenden dat de nederlaag vooral een ideologische oorzaak had, volgens hen had de THKP-C vooral bestaan uit kleinburgerlijke avontuurzoekers, Trotzkisten, Narodniki en eclectici. Volgens anderen was de nederlaag een gevolg geweest van praktische gebreken en tactische zwakheden. Deze benadering werd geformuleerd door mensen die later uitgerekend in deze val zouden lopen. De derde groep sprak zich niet openlijk uit tegen de THKP-C maar bleek uiteindelijk de meest gevaarlijke: zij pretendeerden de THKP-C te verdedigen maar beweerden dat de THKP-C zich op een “spontane” manier tot een partij had ontwikkeld, dat het geen gevolg was geweest van organisatorische en ideologische eenheid, en dat er geen andere vormen van strijd waren ontwikkeld behalve die van de gewapende. Uit naam van de rectificatie probeerde deze groep op slinkse wijze de THKP-C te liquideren.

De jeugd verdedigt de erfenis van de THKP-C

Het grootste succes, zo zou men kunnen zeggen, van de staatsgreep van 12 maart was niet de moord op Mahir en Deniz maar veeleer het feit dat men er in slaagde om de overlevende kaders over te halen to capitulatie en verraad. Vooral degenen die gevangen zaten zouden degenen worden die hun zaak verrieden. De THKP-C zou echter niet zonder erfgenaam blijven: de kaders die in 1978 Devrimci Sol (Revolutionair Links) oprichtten hebben deze erfenis altijd oprecht en eervol verdedigd, ook al bezat men niet genoeg politieke en ideologische bagage. Ze deden dat in een atmosfeer van dubbelzinnigheid en leugens over de THKP-C, verspreid door het revisionisme en het opportunisme. In de herfst van 1973 waren de sympathisanten van de THKP-C nog steeds ongeorganiseerd. Het was de tijd waarin de fundamenten van het Partij-Front werden gelegd door het verspreiden van de documenten van de THKP-C.

De eerste organisatie: IYOEKD

Het potentieel na de staatsgreep van 1971 was vooral te vinden onder de jeugd. In de gebieden van de Zwarte Zee en de Egeische Zee bestond er ook wel enig potentieel onder andere segmenten van de bevolking maar dat was in die tijd nog niet actief. De organisatie inspanningen van de jongeren leidden tot de oprichting van de Hoge School Vereniging voor Cultuur en Solidariteit (IYOEKD), vooral geleid door aanhangers van het Front. Het zou de eerste democratische massa-organisatie van jongeren worden na de staatsgreep. Sommige “oudgedienden” preekten nog steeds het defaitisme, bewerend dat het onmogelijk was om een dergelijke organisatie op te zetten, anderen betoogden dat het werken binnen legale verenigingen de militanten zou blootstellen. Ondanks deze denkbeelden van links en rechts werd de IYOEKD opgericht, vooral dankzij de inspanningen van de jonge militanten, onervaren maar vol enthousiasme en vastberadenheid. De onvermoeibare jonge militanten kwamen hun onervarenheid steeds meer te boven en uiteindelijk overschaduwden zij de “oudgedienden” van rechts.

De eerste kern

De IYOEKD slaagde er al snel in om een grote massa-basis te creeren via de anti-fascistische en anti-imperialistische strijd. De heruitgave en het distribueren van de werken van Mahir Cayan speelden een belangrijke rol in deze evolutie. Tegelijkertijd leidde het ook tot een splitsing binnen links: de nederlaag van de gewapende revolutionaire beweging diende degenen die tegenstanders waren van revolutionair geweld als argument om de revolutionairen te beschuldigen van linksisme en anarchisme. In diezelfde periode won de communistische partij aan invloed en verscheen ook de TSIP ten tonele. De Front-aanhangers transformeerden, gepaard gaande met intense discussies, de IYOEKD in ware scholen van de revolutie. In april 1974, ten tijde van de verjaardag van de oprichting van de NAVO, organiseerden de vereniging haar eerste anti-imperialistische campagne waarin de “onvoorwaardelijke vrijheid voor alle politieke gevangenen” werd geeist. In de lente van datzelfde jaar organiseerde de IYOEKD ook een protestactie tegen de hoge kosten van openbaar vervoer. Haar strijd bleek succesvol, ook al vanwege de campagne voor gratis onderwijs. In 1975 organiseerden de jongeren van de IYOEKD een collectie van voedsel, geld, kleding en bloed middels de campagne “Solidair met de mensen in het Oosten” ter ondersteuning van de bevolking van Lice. De vereniging voerde ook een hevige strijd tegen de prive-scholen wier groei aanleiding was tot een vijandige houding onder de studenten. Na de bezetting van Cyprus ging er een golf van chauvinisme door het land. Links zweeg over de gebeurtenissen en de Arbeiderspartij van Turkije nam eveneens een afwachtende houding aan. In die periode lanceerde de IYOEKD de leuze “Voor een verenigd en onafhankelijk Cyprus” en men deponeerde een rouwkrans voor de Amerikaanse ambassade. In een latere fase nam de IYOEKD steeds meer een volwassen en openlijk revolutionaire houding aan en vormde het een solide schakel in de keten van een traditie van verdediging, indien nodig zou men ook alleen de strijd voortzetten.

De jongeren reorganiseren zichzelf

Geconfronteerd met de wederopstanding van de jongerenbeweging, geleid door de IYOEKD, begon de oligarchie de burgerlijke fascistische beweging te steunen. Op 19 december 1974 werd Sahin Aydin bij een bushalte doodgestoken door een fascist. Hij was daarmee de eerste martelaar van de jongeren in de periode na `73. Uit protest kwam het tot een schoolboycot. Na de begrafenis bleek de kracht van het revolutionaire potentieel dat zich had ontwikkeld sinds de coup van 12 maart 1971. De begrafenis van Kerim Yaman, op 25 januari 1975 vermoord door een fascist, vormde letterlijk het brandend lont aan het kruitvat: het lichaam van de martelaar werd bewaakt door de Front-aanhangers, het hoofdgebouw van de Technische Universiteit van Istanbul werd `s nachts bezet door tientallen leden van de anti-fascistische militie. Hoewel de Front-aanhangers niet altijd over een eigen gecentraliseerde structuur beschikten slaagden ze er toch in om gedisciplineerde massa-manifestaties te organiseren met meer dan 15.000 deelnemers. In februari 1975 leidden de Front-aanhangers een manifestatie tegen het bloedbad tegen de Koerdische bevolking van Viransehir. In maart 1975 herdachten zij het verzet van Kizildere met een militante parade waarin ze hun trouw uitdrukten aan de THKP-C.

De Front-aanhangers leren en onderwijzen het straatgevecht. De strijd van Kocamustafapasa De fascistische terreur veroverde bodem aan de universiteiten, bij de schoolpoorten, en in de straten. De gevechten namen toe. Het verzet was georganiseerd. DEV-GENC, de Revolutionaire Jeugd, verscheen ten tonele. In de wijk Kocamustafapasa wierpen de militanten van DEV-GENC barricades op om de opmars van pantserwagens te voorkomen terwijl de opportunisten, in paniek, opriepen om niet te reageren op de “provocaties”. De revolte werd veroorzaakt door de moord op twee studenten van de Hogeschool voor Architectuur in Galatasaray, Cezmi Yilmaz en Halit Pelitoezue. Toen de politie het vuur opende op de massa beantwoorden de Front-aanhangers, belast met de taak om de veiligheid te handhaven, het vuur met hun eigen wapens. De politieagenten raakten in paniek. Een pantserwagen werd uitgeschakeld door brandbommen. Het verzet behaalde een historische overwinning. De begrafenissen werden beschermd door eigen veiligheidskrachten maar het belangrijkste aan deze gebeurtenis was de deelname van de bewoners van Kocamustafapasa zelf aan het verzet, zij schoten de demonstranten te hulp.

De latere splitsingen

Verschillende progressieve en revolutionaire richtingen binnen de IYOEKD, behalve die van de PDA, kwamen ook binnen DEV-GENC tot uitdrukking. Maar na verloop van tijd wilde de reformistische minderheid alleen verder. Geisoleerd van de massa’s en overrompeld door de dynamiek van de Front-aanhangers, verliet deze minderheid de vereniging, deze overlatend aan de Front-aanhangers en groepen die nauw verbonden waren met de TSIP. Maar tijdens het eerste congres van de IYOEKD veranderde de TSIP haar koers. Nu werd het tijd om een gecentraliseerde jongerenbeweging op te zetten volgens de lijnen van DEV-GENC. Zulks geschiedde na levendige interne discussies en na het neutraliseren van verschillende liquidatiepogingen.

Het sociaal-imperialisme en de partizanen van de “Acht Pagina’s” Tijdens de periode van 1973 tot 1980 werd links geconfronteerd met een catastrofale tegenslag wier omvang slechts na verloop van tijd duidelijk werd. Het had te maken met een steriele controverse over het sociaal-imperialisme. De “Oude Garde”, de schade nog verergerend, mengden zich in de controverse, zelfs, tot verrassing van de militante revolutionairen, de oude kaders van de THKP-C, Necmi Demir, Ilkay Demir en Kamil Dede. Vanuit hun cel stuurden zij een acht pagina’s omvattend document waarin zij de lijn van de THKP-C definieerden als “avonturisten, geisoleerd van de massa’s, in dienst van het sociaal-imperialisme”. De renegaten speculeerden vervolgens over de essentie van het denken van Mahir Cayan en beweerden: “eigenlijk wou hij sociaal-imperialisme zeggen, maar zijn lippen trilden en hij zei modern revisionisme”. Gebruik makend van hun autoriteit als “oud-strijders” probeerden zij sommige rechtse elementen onder de Front-aanhangers te benutten om de THKP-C te liquideren. Maar de jonge kaders baseerden de discussies op de strijd zelf en zij vervolgende hun eigen weg, ondanks de pro-liquidatie elementen.

Onder de partizanen van de THKP-C: afwijkingen van rechts en links De revolutionaire jeugd maakte zich nu op om twee missies te vervullen: er moest een centrale structuur worden opgezet voor heel Turkije en de strijd tegen de fascistische agressie moest worden georganiseerd. Ondertussen richtte de “oude garde” van de THKP-C die naar het buitenland was gevlucht de Marxistisch-Leninistische Eenheid van Gewapende Propaganda (MLSPB) op, gebaseerd op een linksradicale en focoistische interpretatie van de politiek-militaire lijn van de THKP-C. Deze groep, die het werk onder de massa’s verachtte en een ultra-radicaal aanzien wilde, nam zelfs bijna de wapens op tegen degenen die DEV-GENC verdedigden. Zij kwamen echter nooit het stadium van een “appartementen guerrilla” te boven. Deze groep leidde de “Revolutionaire Associatie van Middelbare Scholieren Istanbul” maar bleef steken in de marge van de strijd. Een andere groep, “Bevrijding”, verscheen ten tonele na het opmaken van een negatieve balans van de THKP-C. In de tweede uitgave van de Socialistische Revue van Bevrijding (KSD) stelden zij de ervaringen van Mahir Cayan ter discussie. De “Bevrijders” droegen op notoire wijze bij tot het verzwakken van DEV-GENC en door gebruik te maken van de naam Bevrijding beschadigden zij het imago van de Front-aanhangers. In Ankara hadden de partizanen van de THKP-C een platform opgezet maar een groep rond het blad “Urgente Problemen van de Revolutie in Turkije” (TDAS) had zich al afgesplitst. Deze groep zou al snel bekend staan als de “Urgenten” naar de naam van het blad. In dat blad werd de ideologie van het Partij-Front op een gefrustreerde en mechanische wijze geinterpreteerd. Ook al van een focoistische natuur, slaagde deze groep er nooit in om meer dan enige tientallen mensen aan te trekken. Ankara bleef in de handen van de opportunisten die overgingen tot keiharde aanvallen op degenen die DEV-GENC wilden opbouwen, hen beschuldigend van “separatisme”. Uiteindelijk verdedigden de jonge militante revolutionairen de strategie van de PASS op juiste wijze, ontwikkeld door de THKP-C en hielden zij de hoop van het herbouwen van DEV-GENC in leven, alles in het werk stellend om contact op te nemen met de gevangen zittende kaders en geconfronteerd met afwijkingen van rechts en links. Tijdens al deze discussies omtrent heroprichting bestreden zij afsplitsingen en consolideerden zij de ideologische eenheid. Tijdens dat proces hielpen zij bij de hergeboorte van de partij…